Nieuwe blik op kwantumfysica
Nu moeten we bedenken dat een energiestroom net zo lang in
kracht toeneemt tot het de gewenste energie opneemt.
Dit is niet verwonderlijk, in de natuur bestaat een evenwicht, een
balans. Elke energie dat men opneemt komt vanuit de lucht weer op
zijn plaats. Anders zou een gat ontstaan in de ruimte en dat komt
waarschijnlijk niet voor in de natuur, waarschijnlijk zeker niet op
aarde, dat een atmosfeer omvat. Het is zelfs zo dat wanneer alle
alternatieven zijn verdwenen, de natuur de balans gaat zoeken in de
ruimte, dit wordt verkregen door X – Ray en gammastraling op te
nemen.
Het moet zo worden gezien, een energie heeft een bepaalde kracht
en het veroorzaakt tegenkrachten, deze tegenkrachten worden
benoemd met de term “diffuus”, vanaf nu.
Wanneer een energie ontstaat, door bijvoorbeeld refractie, dan
ontstaan er allerlei diffuse reacties die doorgaan tot aan nul.
Nu is het zo dat niet altijd evenveel en ook niet altijd alle straling
aanwezig is in de lucht, de energie moet in kracht toenemen wil het
een diffuse energie opnemen en de balans wordt weer hersteld. Dit
is niet eindig, elke energie heeft zijn vermogen, maar ze
compenseren elkaar wel om uiteindelijk de energie tot nul te
herleiden.
Het is dus nu begrijpelijk waarom de wind soms in kracht toeneemt,
doordat het harder moet gaan waaien om de energie dat is ontstaan
te ontladen tot nul. Net als bij bliksem overigens, daar varieert de
kracht net zoveel als hier wordt beschreven. Dit kan zelfs een beeld
geven waarom soms bliksem ontstaan kan, echter komt daarbij meer
kijken.
Laten we nu bedenken dat op aarde een continu tekort is aan diffuse
straling, op bepaalde gebieden van de wereld. Dat kan zijn omdat
niet genoeg vegetatie aanwezig is, niet genoeg water e.d. grote